Kortere cranks: hype of gamechanger voor fietsers?
Wie ooit een nieuwe fiets kocht of een bikefit deed, weet hoe lastig het kan zijn: welke cranklengte past bij mij? Jarenlang gold 172,5 of 175 millimeter als de standaardmaat. Maar de laatste jaren zie je steeds meer profs én recreanten overstappen op kortere cranks - denk maar aan 165 mm of zelfs nog korter. Dat lijkt op het eerste zicht misschien een kleine verandering, maar in de praktijk kan het een groot verschil maken. Waar komt die trend vandaan, en vooral: welke dranklengte is vuur u ideaal?
Wat zegt de wetenschap?
Onderzoek naar cranklengte laat zien dat er niet één perfecte lengte bestaat, maar dat de keuze afhangt van de manier waarop je fietst en de doelen die je nastreeft.
Zo blijkt dat staand fietsen, zoals tijdens een klim, met kortere cranks minder zwaar is voor je spieren. Omdat de trapbeweging kleiner is, hoeven je spieren minder kracht te leveren bij elke omwenteling. Dat kan vermoeidheid uitstellen en klimmen net iets comfortabeler maken. Bij maximale inspanningen, zoals een sprint of tijdrit, ligt het optimum meestal rond de 170 tot 180 mm. Daar lijkt het vermogen dat je kunt leveren het grootst. Maar zodra je in een meer ontspannen tempo fietst – de typische duurtraining of recreatieve rit – laten studies zien dat een verschil van vijf millimeter in cranklengte nauwelijks effect heeft op je hartslag, zuurstofopname of fietsefficiëntie.
Een belangrijk punt is dat kortere cranks de hoek in je heupen en knieën verkleinen. Dat klinkt technisch, maar het betekent vooral dat je minder diep hoeft door te buigen. Voor veel fietsers voelt dat soepeler en natuurlijker aan. Bovendien geeft het ruimte om in een diepere, aerodynamische positie te zitten zonder dat je ademhaling of bewegingsvrijheid daaronder lijdt.
De rol van flexibiliteit
Niet elk lichaam is hetzelfde. Sommige fietsers zijn soepel in heupen en onderrug, anderen voelen al snel spanning of stijfheid. Hier komt cranklengte echt in beeld. Heb je een beperkte flexibiliteit, dan kunnen langere cranks je dwingen om steeds verder op te vouwen. Het lichaam gaat compenseren om de pedaalslag volledig rond te krijgen. Dat kan leiden tot een knellend gevoel in de heupen, pijn in de rug of zelfs knieklachten. Kortere cranks verminderen die extreme buigingen en geven meer bewegingsvrijheid. Het voelt alsof je trapbeweging minder geforceerd is – en dat merk je zeker op langere ritten.
Meer dan alleen de crank: de heuphoek
Toch gaat het niet alleen om de lengte van je cranks. Tijdens een bikefit is de heuphoek een van de belangrijkste factoren. Dat is de hoek die ontstaat tussen je bovenlichaam en je dijbeen, en die bepaalt hoe open of gesloten je houding op de fiets is. Een open heuphoek zorgt voor meer ademruimte, minder spanning op je spieren en vaak ook meer comfort.
Maar let op: die heuphoek wordt niet uitsluitend bepaald door de cranklengte. Ook de zadelhoogte, de zadelterugstand (setback), het hoogteverschil tussen zadel en stuur en de tilt van het zadel spelen een grote rol. Zet je je zadel te laag, of staat je stuur te diep, dan kan je heuphoek alsnog té gesloten worden – zelfs met kortere cranks. Het is dus belangrijk om het geheel te bekijken en niet alleen te focussen op één onderdeel.
Een veelgemaakte fout tijdens een bikefit is te snel denken dat klachten of ongemak alleen door de cranklengte komen. In werkelijkheid is het vaak de combinatie van factoren die bepaalt hoe prettig en efficiënt je op de fiets zit.
Wat betekent dit in de praktijk?
Ben je een klimmer die vaak uit het zadel komt, dan kunnen kortere cranks je helpen langer fris te blijven. Rijd je veel tijdritten of sprints, dan is het verstandig om rond de 170–180 mm te blijven, omdat je daarmee je maximale vermogen benut. Voor de recreatieve fietser maakt het qua efficiëntie minder uit, maar het kan wél het verschil maken in comfort en blessurevrij fietsen.
Wil je zelf experimenteren, kies dan bij voorkeur een verschil van minstens vijf millimeter – kleiner merk je vaak nauwelijks. Zet je zadel iets hoger en je setback iets meer naar voor om het verlies aan trapdiepte te compenseren en gun jezelf een paar weken om eraan te wennen. Let goed op hoe je lichaam reageert: verdwijnen oude pijntjes, of komen er juist nieuwe bij?
Test zelf je cranklengte
Zoals hierboven uitgelegd draait het bij cranklengte vooral om de minimale heuphoek. Om te zien of de minimale heuphoek een probleem is kan een simpele test worden gedaan. De zogenaamde ‘backwards pedaling test’. Deze gaat als volgt:
Fietser neemt meest agressieve positie aan (handen in de beugel)
1 Voet wordt uit geklikt
De fietser trapt heel rustig gecontroleerd achteruit
Iemand kijkt vooral wat er gebeurd boven in de pedaalslag
Doe de test afzonderlijk links en rechts
Is boven in de pedaalslag een hapering te zien dan wordt de heuphoek te klein en moet deze worden vergroot door bijvoorbeeld een kortere crank.
Wil je dit in de praktijk ervaren, dan is het belangrijk om de verschillende cranklengtes ook écht te kunnen uitproberen. Met de CRODER crankfitter kunnen er snel en eenvoudig verschillende lengtes op vrijwel elke fiets gemonteerd worden. Zo kun je zelf voelen wat het verschil is en ontdekken welke cranklengte het beste bij jouw lichaam en trapstijl past.
SRM Powermeter heeft recent ook nieuwe trapas uitgebracht waarbij je de lengte kan aanpassen zonder volledige nieuwe kraakarmen te moeten kopen.
Conclusie
Kortere cranks zijn geen modegril. Ze bieden duidelijke voordelen: minder belasting op spieren en gewrichten, meer ademruimte door een openere heuphoek en de mogelijkheid om aerodynamischer te zitten zonder in te leveren op comfort. Tegelijkertijd zijn ze geen wondermiddel – de totale afstelling van je fiets blijft bepalend voor je houding en prestaties.
Of je nu profrenner of recreant bent, het loont de moeite om cranklengte mee te nemen in je keuzes. Soms is vijf millimeter verschil genoeg om langer, soepeler en met meer plezier te fietsen.
Wil jij weten welke cranklengte bij jouw past? Maak dan een afspraak en we ontdekken dit samen
Bronnen (selectie)
Martin & Spirduso (2001). Determinants of maximal cycling power: crank length, pedaling rate, and pedal speed.
Li et al. (2025). Effects of different crank lengths on cycling performance and fatigue.
Cal Poly Kinesiology. Bicycle Crank Length — Go Short.
Bicycling Magazine (2023). Benefits of shorter cranks.
WinningPosition.fit (2022). Crank length does matter.

